Terug
Gepubliceerd op 22/12/2022

Besluit  Gemeenteraad

ma 19/12/2022 - 20:15

Algemene gemeentebelasting - Vaststelling

Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Alex Goethals, Ann-Marie Morel, Ronny Tourné, Willem Geeroms, Peter Van Hoeymissen, Raf De Blaiser, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Jef De Rop, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey, Antoaneta Ciuca, Linda Caluwaerts, Raoul Paridaens
Verontschuldigd: Guido Cools, Lavinia De Maeyer, Heiko Van Muylder
Aanleiding

De gemeenteraad heeft in vergadering van 16 december 2019 de algemene gemeentebelasting voor gezinnen en bedrijven goedgekeurd. In vergadering van 30 maart 2020 heeft de gemeenteraad artikel 7§2 van dat belastingreglement herzien.  

Juridische grond

Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing: 

Bevoegdheidsgrond 

  • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 §3 en 41, 14°, zoals gewijzigd door art.3 van het Decreet van 8 mei 2018 houdende wijziging van art.41 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat de verfijning van de belastingbevoegdheid van de gemeenteraad betreft;

Toepasselijke regelgeving 

  • De Grondwet, artikel 170 §4;
  • Het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
  • De omzendbrief KB/ABB 2019/02 van 15 februari 2019 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit;
Feiten, context en argumentatie

Deze belasting beoogt een evenwichtige spreiding van de belastingdruk over alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, zoals burgers, zelfstandigen, beoefenaars van een vrij beroep en ondernemingen als bijdrage in de algemene bestuurlijke uitgaven van de gemeente, met inachtneming van ieders financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit.

Het is aangewezen om de natuurlijke en de rechtspersonen die op het grondgebied van de gemeente een economische activiteit uitoefenen en die gebruik maken van gemeentelijke infrastructuur en de dienstverlening op het vlak van wegen, riolering, ruimtelijke ordening en milieubeleid, enz. aan een gemeentebelasting te onderwerpen. Ten overstaan van hen bestaat het belastbaar voorwerp uit het hebben van een vestiging die op het grondgebied van de gemeente is gelegen of een maatschappelijke zetel die op het grondgebied van de gemeente is ingeschreven. Voor deze categorie van bedrijven wordt het oppervlaktecriterium als berekeningsbasis redelijk en objectief beschouwd teneinde de algemene gemeentebelasting te berekenen. Overwegende dat niet alleen de effectief gebruikte oppervlakten, maar ook deze die ter beschikking staan van de belastingplichtige om effectief gebruikt te worden, wanneer deze dit wenst, belastbaar zijn, vermijdt betwistingen aangaande het begrip effectief gebruik. De belasting beoogt belastingplichtigen met verschillende activiteiten, in verschillende sectoren. Die verscheidenheid moet noodzakelijkerwijs worden opgevangen in vereenvoudigde categorieën. De tarieven van een belasting kunnen niet worden aangepast naargelang de eigenheid van elk individueel geval. Er kan niet voor alle mogelijke soorten bedrijven (elk met hun eigen en meest uiteenlopende kenmerken) worden voorzien in een specifieke belastingregeling.

Een verschillende behandeling van gezinnen en bedrijven is verantwoord, gezien:

  • de verschillende mate waarin zij gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en dienstverleningen
  • het verschil in draagkracht van gezinnen/alleenstaanden en bedrijven.

Het is billijk om een belastingvrijstelling in te voeren voor de gezinnen die, ingevolge het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters, op 1 januari van het dienstjaar, enkel een verplicht referentieadres zonder feitelijke vestiging op het gemeentelijk grondgebied hebben en derhalve praktisch geen gebruik kunnen maken van de gemeentelijke dienstverlening.

Het is noodzakelijk om een verminderd tarief voor bos-, land- en tuinbouw en recreatiegebieden te voorzien gelet op de specifieke eisen van deze sectoren; deze sectoren hebben in vergelijking met andere sectoren een lager rendement per vierkante meter oppervlakte en dienen voor hun activiteiten noodgedwongen te beschikken over een grote bedrijfsoppervlakte om economisch rendabel te zijn.  

Het is billijk een verminderd tarief van 50% vast te stellen inzake de belasting voor maatwerkbedrijven, omdat die bedrijven zich vooral engageren om mensen tewerkstellen die niet in het reguliere arbeidscircuit terecht kunnen.

Het is billijk een verminderd tarief vast te stellen inzake de belasting voor de alleenstaanden en gezinnen waarvan één gezinslid in aanmerking komt voor een verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering en voor de bedrijfsleiders die in hun onderneming wonen, aangezien hun woon- en bedrijfsruimte ruimtelijk niet voldoende gescheiden zijn. 

De gemeente heeft de laatste jaren een enorme inspanning geleverd om de kwaliteit van de dienstverlening te vergroten en de bedrijfsactiviteiten te stimuleren. Hierdoor is onze gemeente zeer gegeerd door de bedrijven wegens haar uiterst gunstige ligging en goed uitgebouwde infrastructuur.

De grote toename van de bedrijven maakt echter de uitvoering van belangrijke infrastructuurwerken blijvend noodzakelijk.

Hierdoor is een verhoogd en gedifferentieerd tarief voor de bedrijven met een oppervlakte van meer dan 100 m²,  500 m², 1.000 m², 5.000 m², 10.000 m² en 50.000 m² verantwoord omwille van het feit dat de industriegronden in onze gemeente schaars zijn geworden en dat het opportuun is de bedrijven en in het bijzonder de grote ruimtegebruikers, aan te moedigen zuinig met de nog beschikbare ruimte om te springen. 

Om een meer evenwichtige spreiding van de belastingdruk te verkrijgen, is het verantwoord dat er een aanpassing van de belastingtarieven voor bedrijven wordt voorzien en dit met name binnen de rubrieken voor vestigingen met een oppervlakte vanaf 5.000 m². Door deze aanpassing wordt de belastingdruk nog beter gespreid, hetgeen de evenredige verdeling van de totale som van deze belasting over alle belastingplichtigen heen ten goede komt.

De gedifferentieerde tariefstructuur komt tegemoet aan de doelstelling van een evenwichtige spreiding in functie van de financiële draagkracht door voor deze categorieën van belastingplichtigen aangepaste tarieven te voorzien, die in overeenstemming kunnen worden beschouwd met hun financiële draagkracht. Overwegende dat verschillen in financiële draagkracht en/of economische rentabiliteit redelijk verantwoorde differentiatiecriteria uitmaken voor de toepassing van het belastingreglement is het verantwoord/in overeenstemming met het beginsel van de verdelende rechtvaardigheid, om de drie hoogste categorieën bij draagkrachtige belastingplichtigen ook hoger te belasten. 

De financiële toestand van de gemeente rechtvaardigt het heffen van deze belasting.

Aan de gemeenteraad wordt gevraagd dit belastingreglement vast te stellen.

Financiële weerslag

De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.

Publieke stemming
Aanwezig: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Alex Goethals, Ann-Marie Morel, Ronny Tourné, Willem Geeroms, Peter Van Hoeymissen, Raf De Blaiser, Eddy Ceurstemont, Bart De Schutter, Peter Lemmens, Inge Faes, Jan Van Camp, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Jef De Rop, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Peggy Seeuws, Dany Saey, Antoaneta Ciuca, Linda Caluwaerts, Raoul Paridaens
Voorstanders: Els Goedgezelschap, Koen Van den Heuvel, Yvo Van Damme, Hilde Van der Poorten, Els De Smedt, Alex Goethals, Ann-Marie Morel, Ronny Tourné, Willem Geeroms, Peter Van Hoeymissen, Raf De Blaiser, Eddy Ceurstemont, Anne De Ron, Patrick Pauwels, Jef De Rop, Luk Ceurvelt, Sophie Van Praet, Els Knoops, Antoaneta Ciuca
Tegenstanders: Peter Lemmens, Jan Van Camp, Peggy Seeuws, Dany Saey, Linda Caluwaerts
Onthouders: Bart De Schutter, Inge Faes
Resultaat: Met 19 stemmen voor, 5 stemmen tegen, 2 onthoudingen
Besluit

Artikel 1: Overgangsbepaling

Het raadsbesluit van 16 december 2019 van Puurs-Sint-Amands inzake de vaststelling van de algemene gemeentebelasting voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven vanaf aanslagjaar 2023.

Het raadsbesluit van 30 maart 2020 van Puurs-Sint-Amands inzake de vaststelling van de algemene gemeentebelasting met ingang van 1 april 2020 tot en met 31 december 2025 blijft van toepassing voor de belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór 1 januari 2023, maar wordt opgeheven vanaf aanslagjaar 2023.

Artikel 2: Heffingstermijn - belastbaar feit

Voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025 heft de gemeente Puurs-Sint-Amands een algemene gemeentebelasting. De toestand op 1 januari van het aanslagjaar, zowel inzake samenstelling van gezin, woning, verblijf als oppervlakte, is bepalend voor het vaststellen van de belasting. De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd.

Artikel 3: Definities

Onder volgende begrippen wordt verstaan:

- Gezin: twee of meer personen die, al dan niet verwant, gewoonlijk in één en dezelfde woning of woongelegenheid verblijven en er samenwonen;

- Alleenstaande: een meerderjarig persoon die gewoonlijk alleen leeft, hetzij met één (of meerdere) minderjarige perso(o)n(en), hetzij met één of meerdere studerend(e) meerderjarige(n) in één en dezelfde woning verblijft en er officieel mee samenleeft. In dit laatste geval ligt de bewijslast bij de belastingplichtige.

- Vestiging: elk (gedeelte van een) onroerend goed of meerdere onroerende goederen die samen een geheel of complex vormen, dat voor beroeps- en bedrijfsdoeleinden is bestemd of wordt gebruikt en/of elke activiteitkern, elk(e) lokaliteit van centrum van werkzaamheden of elk (geheel) van ruimte(n), onder gelijk welke vorm en van individuele of collectieve aard, die/dat voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of wordt gebruikt, evenals een maatschappelijke zetel of lokaliteit van bestuur, beheer of administratie. 

- Bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap.

- Zelfstandige: elke natuurlijke persoon die in hoofd- of bijberoep een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht en/of een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep of een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit zelfstandig uitoefent, exclusief elke zelfstandige helper die niet (meer) in het bezit is van een ondernemingsnummer en exclusief de zaakvoerder(s) van een vennootschap voor zover deze vennootschap zelf effectief wordt aangeslagen in het kohier van de algemene gemeentebelasting. 

- Vennootschap: elke rechtspersoon die een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht, een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep zelfstandig uitoefent en/of zich met verrichtingen van (winstgevende) aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen bezighoudt, evenals elk van deze vennootschappen in vereffening (opname in kohier tot zolang 1/ de vereffening niet definitief is afgesloten en 2/ de vennootschap niet definitief is ontbonden en 3/ publicatie in het Belgisch Staatsblad is verschenen – alle opgesomde voorwaarden dienen vervuld te zijn). 

- Openluchtrecreatief bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap met uitsluitend openluchtrecreatieve beroeps- of bedrijfsdoeleinden, d.w.z. beroeps- of bedrijfsdoeleinden gericht op het uitbaten in recreatie in open lucht, infrastructuur/installatie voor recreatieve ontspanningsactiviteiten/vrije tijdsbeleving/ sportbeoefening in open lucht gedurende het jaar en waaraan een ruime doelgroep kan deelnemen of gebruik kan van maken./ voor een ruim publiek toegankelijk zijn.

- Maatwerkbedrijf: een bedrijf dat zich vooral engageert om mensen te werk te stellen die niet in het reguliere arbeidscircuit terecht kunnen.

- Maatschappelijke zetel: het juridisch officiële adres van een bepaalde rechtspersoon (voornamelijk bedrijven), zoals bepaald in de statuten.

Artikel 4: Belastingplichtige

De belasting wordt gevorderd van:

4.1. Gezinnen/alleenstaanden:

1°)  van de referentiepersoon van ieder gezin dat als zodanig ingeschreven is in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister van de gemeente en dat werkelijk op het domicilieadres verblijft. De andere leden van het gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting;

2°)  van de referentiepersoon van ieder gezin dat op het grondgebied van de gemeente het genot heeft van of dit kan uitoefenen inzake om het even welke woning of woongelegenheid zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister van de gemeente. De andere meerderjarige leden van het gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting;

3°) van een alleenstaande die ingeschreven is in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister van de gemeente en die werkelijk op het domicilieadres verblijft;

Het feit dat in de loop van het aanslagjaar de (hoofd)verblijfplaats, de referentiepersoon en/of de samenstelling van het gezin wijzigt, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.

4.2. Bedrijven:

Elke handelaar, elke zelfstandige diensten- of zorgenverstrekker, elke beoefenaar van een vrij beroep, elke nijverheids-, bos-, tuin en landbouwondernemer, maatwerkbedrijf en openluchtrecreatief bedrijf, en elke vennootschap, vereniging, inrichting of instelling onderworpen aan de vennootschapsbelasting, die op het grondgebied van de gemeente, een individuele of gemeenschappelijke bedrijfsruimte ter beschikking heeft voor het uitoefenen van een hoofd- of bijkomende activiteit.

Het feit dat in de loop van een aanslagjaar een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de werkzaamheden op een geringe frequentie/of niet worden uitgevoerd, een belastbare vestiging wordt gesloten, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.

De belasting is verschuldigd per vestiging, door de belastingplichtige gebruikt of tot zijn gebruik voorbehouden.

Indien de vestiging zich uitstrekt op het grondgebied van verschillende gemeenten dan treft de belasting enkel het gedeelte gelegen op het grondgebied van de gemeente Puurs-Sint-Amands.

De belasting wordt vastgesteld rekening houdend met de som van de grondoppervlakten bestemd of ingenomen voor bedrijfs- of beroepsdoeleinden in open lucht en de vloeroppervlakte bestemd of ingenomen voor bedrijfs- of beroepsdoeleinden in gebouwen. Deze laatste oppervlakte wordt gemeten per bouwlaag met inbegrip van de buitenmuren, garages, berg- en opslagplaatsen, waar deze zich ook bevinden, doch met uitsluiting van het gedeelte dat uitsluitend als woongelegenheid van de bedrijfsleider of de beoefenaar van het vrij beroep wordt gebruikt. Er wordt geen rekening gehouden met de kadastrale indeling. Elk kadastraal perceel dat onder de toepassing van dit reglement valt, wordt voor het geheel ervan belast. Om belastbaar te zijn volstaat het dat een oppervlakte eventueel (nog) kan worden gebruikt, ook al wordt deze oppervlakte op 1 januari van het aanslagjaar niet effectief gebruikt (bv. braakliggende of woeste gronden, improductieve oppervlakte, oppervlakte zonder economisch rendabel gebruik,…).

In de onbebouwde belastbare oppervlakten zijn begrepen: weilanden, openluchtteelten, woeste gronden behorend tot het bedrijfscomplex, braakliggende delen van industriegronden, beboste terreinen behorende tot een bedrijfscomplex, niet-opgelegde of opgelegde groene zones in het kader van een vergunningsbesluit, sportterreinen en plantsoenen op de plaats van de bedrijfsvestiging. Deze opsomming is niet beperkend.

Natuurlijke personen die in de Kruispuntbank van Ondernemingen staan ingeschreven met de hoedanigheid van ‘onderneming onderworpen aan btw’, ‘handelsonderneming’, ‘niet-handelsonderneming naar privaat recht’ en/of ambachtsman’ worden meegerekend tot de zelfstandigen bedoeld in artikel 3.

Zowel rechtspersonen die vallen onder het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting als rechtspersonen die een winstoogmerk hebben, maar niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, worden meegerekend tot de vennootschappen bedoeld in artikel 3.

Vestigingseenheden waarvoor een bedrijf een inschrijving heeft in de Kruispuntbank van Ondernemingen, worden meegerekend tot de vestigingen bedoeld in artikel 3.

Elke belastingplichtige wordt geacht over een belastbare vestiging te beschikken, waarvoor minstens de minimumbelasting verschuldigd is.

De leden van een feitelijke vereniging zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. Het feit dat in de loop van het aanslagjaar een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de werkzaamheden met een geringe frequentie worden uitgevoerd, de belastbare oppervlakte vermindert en/of een belastbare vestiging wordt gesloten, heeft geen invloed op de belastingplicht en geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering.

Artikel 5: Berekeningsgrondslag en tarieven

5.1. Gezinnen/alleenstaanden

-          € 60

5.2. Bedrijven:

-          €  65 tot 100 m²

-          Ondernemingen met een oppervlakte van meer dan 100 m² tot 500 m² worden belast op basis van € 65 voor de eerste 100 m², verhoogd met:

 € 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven 100 m² tot 500 m²

-          Ondernemingen met een oppervlakte van meer dan 500 m² tot 1.000 m² worden belast op basis van € 65 voor de eerste 100 m², verhoogd met:

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven 100 m² tot 500 m²

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 500 m² tot 1.000 m²

-          Ondernemingen met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² tot 5.000 m² worden belast op basis van € 65 voor de eerste 100 m², verhoogd met:

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven 100 m² tot 500 m²

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 500 m² tot 1.000 m²

0,35 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 1.000 m² tot 5.000 m²

-          Ondernemingen met een oppervlakte van meer dan 5.000 m² tot 10.000 m² worden belast op basis van € 65 voor de eerste 100 m², verhoogd met:

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven 100 m² tot 500 m²

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 500 m² tot 1.000 m²

€ 0,35 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 1.000 m² tot 5.000 m²

€ 0,50 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 5.000 m² tot 10.000 m²

-          Ondernemingen met een oppervlakte van meer dan 10.000 m² tot 50.000 m² worden belast op basis van € 65 voor de eerste 100 m², verhoogd met:

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven 100 m² tot 500 m²

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 500 m² tot 1.000 m²

€ 0,35 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 1.000 m² tot 5.000 m²

€ 0,50 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 5.000 m² tot 10.000 m²

€ 0,65 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 10.000 m² tot 50.000 m²

-          Ondernemingen met een oppervlakte van meer dan 50.000 m² worden belast op basis van € 65 voor de eerste 100 m², verhoogd met:

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven 100 m² tot 500 m²

€ 0,30 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 500 m² tot 1.000 m²

€ 0,35 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 1.000 m² tot 5.000 m²

€ 0,50 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 5.000 m² tot 10.000 m²

€ 0,65 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven de 10.000 m² tot 50.000 m²

€ 0,75 per m² voor de schijf van de oppervlakte boven 50.000 m²

Artikel 6: Vrijstelling

Zijn van deze belasting vrijgesteld, voor zover aan de vrijstellingsmodaliteiten is voldaan op 1 januari van het aanslagjaar de gezinnen die bij toepassing van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters enkel een referentieadres op het gemeentelijk grondgebied hebben.

Artikel 7: Vermindering

§1. In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1  zullen de personen die zowel krachtens artikel 4.1. als krachtens artikel 4.2., hetzij persoonlijk, of in de hoedanigheid van zaakvoerder of bestuurder van de rechtspersoon voor dezelfde vestiging belastingplichtig zijn omdat zij deze vestiging zowel als woonruimte als, geheel of gedeeltelijk, als bedrijfsruimte gebruiken, een belasting verschuldigd zijn van € 20.

§2. In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1, krijgen gezinnen waarvan minstens één gezinslid (niet cumulatief) in aanmerking komt voor een verhoogde tegemoetkoming van de ziekteverzekering op 1 januari van het  belastingjaar een toelage conform het toelagereglement vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit; deze toelage wordt verrekend in het aanslagbiljet algemene gemeentebelasting.

§3. In afwijking van het bepaalde in artikel 5.1, krijgen alleenstaanden (situatie op 1 januari van het belastingjaar) een toelage conform het toelagereglement vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit; deze toelage wordt verrekend in het aanslagbiljet algemene gemeentebelasting;

§4. In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2. gelden voor de land-, bos- en tuinbouwondernemingen én openluchtrecreatieve bedrijven volgende heffingen:

-          € 75 per vestiging met een oppervlakte tot 10 ha;

-          Ondernemingen met een oppervlakte van meer dan 10 ha worden belast op basis van € 75 voor de eerste 10 ha, verhoogd met € 2,50 per bijkomende ha of gedeelte van een ha.

§5. In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2. gelden voor maatwerkbedrijven volgende heffingen: 

-         50% van de vooropgestelde tarieven

Deze verminderingen kunnen niet gecumuleerd worden.

Artikel 8: Aangifteplicht

§1. De belastingplichtigen, vermeld in artikel 4.2, zijn ertoe gehouden uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar aangifte te doen van hun vestigingen op het grondgebied van de gemeente.  Deze aangifte dient te gebeuren op volgend adres: Hoogstraat 29, 2870 Puurs-Sint-Amands of via volgend e-mailadres: belastingen@puursam.be.

De aangifte moet worden gedaan op het formulier dat de gemeente ter beschikking stelt van de belastingplichtige. Dit formulier kan bekomen worden op bovengenoemd adres.

De belastingplichtigen die geen formulier zouden ontvangen hebben, zijn niettemin verplicht spontaan aan de gemeente de gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van deze belasting en dit uiterlijk binnen dezelfde termijn.

De aangifte moet alle gegevens bevatten, die noodzakelijk zijn voor de berekening en de controle van de aanslag.

§2. Bij wijziging van de belastbare toestand in de loop van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige, uiterlijk op 31 maart van het daaropvolgende dienstjaar, een bijkomende aangifte indienen met de vermelding van de voor de aanslag gewijzigde gegevens.

§3. Tevens moet de belastingplichtige, vermeld onder art. 4.2, binnen de maand uit eigen beweging aangifte doen bij de in artikel 8§1 vermelde dienst van elke verandering in de uitbating, zoals bijvoorbeeld:

  • elke nieuwe of bijkomende vestiging in de gemeente Puurs-Sint-Amands; 
  • elke wijziging van de beschikbare oppervlakte, in principe dus elke verwerving of vervreemding van onroerend goed, elk begin of einde van huur, pacht, en elke andere wijze waardoor de beschikbare oppervlakte op het grondgebied van de gemeente Puurs-Sint-Amands wijzigt;
  • de definitieve stopzetting van bedrijf, handelszaak of vrij beroep in de gemeente Puurs-Sint-Amands;

Deze opsomming is niet limitatief.

Artikel 9: Controlemiddelen

De aangestelde ambtenaren zijn gemachtigd om alle inbreuken op deze verordening vast te stellen.  De door hun opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot het bewijs van het tegendeel.

Artikel 10: Ambtshalve belasting

Bij gebrek aan tijdige aangifte binnen de in artikel 8 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte kan de belastingplichtige ambtshalve worden belast volgens de gegevens waarover de gemeente beschikt, onverminderd het recht op bezwaar en beroep.

Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de datum van verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor de dragen.

Artikel 11: Wijze van invordering

De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 12: Betalingstermijn

De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 13: Administratieve geldboete

Voor het niet naleven van de bepalingen van dit belastingreglement of van het Decreet van 30 mei 2008 kan een administratieve geldboete gelijk aan 500 euro worden opgelegd.

Het bedrag van de administratieve boete wordt ingekohierd.

Artikel 14: Verwijzingsregel

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.

Artikel 15: Inwerkingtreding en bekendmaking 

Onderhavig reglement werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 19 december 2022, treedt in werking op 1 januari 2023 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De bekendmaking van dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid ter kennis gebracht overeenkomstig artikel 330 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.